Het moest er een keer van komen, mijn schrijverskind uit handen geven, dus dat is wat ik enkele weken geleden deed. Drie proeflezers lazen gedurende de zomervakantie het manuscript van Familiegeluk. Inmiddels heb ik hun feedback ontvangen, de vraag is of ik er ook iets mee kan?
Laat ik direct beginnen met te stellen dat het leuke van proeflezers is dat je direct bewondering oogst.
‘Je hebt gewoon een boek geschreven!’
‘Nou ja, boek, boek, het is een manuscript,’ antwoord ik dan snel.
‘Het heeft een begin, midden en eind,’ is het antwoord, ‘hoe super is dat!’
En ze hebben gelijk, hoe super is dat? De afgelopen periode ben ik vooral bezig geweest met het comprimeren van mijn 550 pagina´s naar de 475 die het momenteel zijn. Het is makkelijk te vergeten dat het traject om zover te komen ook een hele prestatie is.
‘Het leest als een trein!’
‘Het is een echte pageturner!’
Ik neem de complimenten in ontvangst. Het is goed ze te horen, maar nu wil ik weten wat er beter kan.
Eigenaardigheden
Want dat dit het geval is, weet ik zeker. Zoals ik eerder schreef ben je als schrijver op een gegeven moment blind voor de lacunes in je verhaal. Daarnaast heb je ook je eigenaardigheden. Zo blijk ik een onverwachte voorliefde voor eikenhouten tafels te hebben. En alle meelezers zijn het er over eens dat er te veel cappuccino’s en wijn gedronken wordt. Terwijl het op z´n minst opvallend is dat niemand rookt, zelfs niet begin jaren zestig, waarin een deel van mijn verhaal zich afspeelt.
Taalgebruik
Frappant is ook mijn soms archaïsch taalgebruik, waarschijnlijk een overblijfsel uit de tijd dat ik diep in de oudere meisjesboeken zat. Mensen zetten zich neer en deuren openen zich. Terwijl de uitdrukking dat iets je niet boeit weer ongepast is in 1963.
Tijdens mijn eigen redactie betrapte ik mijzelf op een te veelvuldig gebruik van bijwoorden en hoewel ik daar sindsdien meer alert op ben, zijn mensen alsnog vertwijfeld of wanhopig als ze het even niet meer weten. Datzelfde geldt voor woorden en uitdrukkingen die ongemerkt in mijn hoofd zijn blijven hangen; zo opent de hoofdrolspeelster op één pagina twee keer haar mond om iets te zeggen en zijn staalblauwe ogen een te groot cliché.
Taal Tikfouten
Proeflezers kijken naar je verhaal. Loopt het lekker? Is het geloofwaardig? Grammatica en taalfouten (of zoals één van hen troostend zei ’tikfouten’) zijn in principe van latere zorg. Toch is het prettig als iemand ze al voor je aanstreept, want ondanks alle eigen checks blijkt ‘die versus dat’ of ‘ij versus ei’ niet altijd even makkelijk. En zelfs de beginnersfout ‘ik wordt’ komt ook in mijn manuscript meerdere keren terug. Ik troost mij met de gedachte dat dictee nooit mijn sterkste punt is geweest en dat je simpelweg over je eigen fouten heen leest. Ik weet natuurlijk ook wel dat een bardame niet haar glazen met haar geblondeerde haren poetst.
Meningen
Kun je over taal nog het Groene Boekje erbij halen of de heerlijke Schrijfwijzer van Jan Renkema, voor de inhoud geldt: zoveel monniken, zoveel kappen. Ook mijn proeflezers hadden totaal verschillende meningen over een aantal gebeurtenissen in mijn verhaal. Wat de één niet meer dan een logisch gevolg vond, ging voor de ander veel te snel. Van geen van hen heb ik overigens gehoord dat de seks-scenes eruit moesten.
Overeenkomsten waren vooral te vinden in de motivatie van personages. Zo vindt mijn hoofdpersonage Lisette een kistje met documentatie van haar overleden moeder. Een moeder met wie ze geen goede band had. Waarom wil ze dan toch de betekenis van de documentatie achterhalen? En waarom neemt de ‘slechterik’ zoveel risico?
De feedback van de meelezers bevestigt ook dat door het verwijderen en samenvoegen van personages en scènes, relevante informatie is weggevallen. Dit zijn o zo belangrijke punten, die je als schrijver vaak niet meer opmerkt, omdat je teveel in het verhaal zit.
Hoe nu verder?
Het mag duidelijk zijn: er is weer werk aan de winkel. Met alle feedback in mijn achterhoofd ga ik nu zelf mijn manuscript in boekvorm doorlezen. Ik verwacht dat ik op deze manier vanzelf merk wat ik wel en wat ik niet aan moet passen. Het zou nog wel eens tot een verrassende wending kunnen leiden.
Leave A Reply