De ruimte was te klein geworden, één van ons zou moeten vertrekken. Op korte termijn. Ik zag niet uit naar dat moment. Zolang ik me kon herinneren waren we bij elkaar geweest: zij en ik, een onafscheidelijk duo. Ik kon me een leven zonder haar simpelweg niet voorstellen.
Ik bewoog en hoorde iets knappen.
Ze keek op. ‘Wat is dat?’
‘Ik denk dat ik iets kapot heb gemaakt.’
Haar gezicht kreeg een verschrikte uitdrukking.
‘Wat is er?’ vroeg ik.
Ze wees naar beneden. Mijn blik volgde haar hand en nu zag ik het ook. Een gevoel van paniek bekroop mij. Tegelijkertijd ging mijn verstand in rationele overlevingsmodus.
‘We wisten dat dit zou gebeuren,’ zei ik rustig. ‘Nu weten we ook wie van ons vertrekt.’
Ze kon mij alleen maar angstig aankijken. Ik wilde haar geruststellen, zeggen dat ik er altijd voor haar zou zijn, maar de woorden kwamen niet uit mijn mond. Want wat wist ik er van? Met een laatste blik op alles wat mij vertrouwd en dierbaar was, draaide ik mij om en begon de tocht naar het onbekende.
Het gat dat ik had gemaakt, was groot genoeg om mij er doorheen te wurmen. Daarna werd het lastiger. De doorgang was nauw en hoe meer ik bewoog, hoe vaster ik kwam te zitten. Op mijn netvlies stond het laatste beeld van haar gebrand, en mijn hart kromp ineen bij de gedachte nooit meer samen te zijn. ‘Nu niet opgeven,’ sprak ik mijzelf streng toe en met alle kracht die ik in mij had, duwde ik mijzelf de lange smalle tunnel door.
Een zee van helder licht overspoelde mij.
‘Jullie hebben een gezonde dochter,’ klonk een lage stem.
Ik werd tegen iemand aangelegd en opende voorzichtig mijn ogen. Ik zag een onbekend gezicht en een onbeschrijfelijk gevoel van eenzaamheid overviel mij.
Een man kwam aanlopen met een kleine bundel in zijn armen.
‘Ontmoet je tweelingzus,’ zei hij.
Het enige wat ik kon doen was staren. Een vertrouwd paar ogen keek mij vreugdevol aan en ik voelde hoe mijn hart een sprong maakte. Later zou ik wel van haar horen waarom ze ook ons veilig onderkomen had verlaten. Het belangrijkste was nu dat ze er was. Hier. Bij mij.
De man legde ons naast elkaar.
‘Kijk, ze passen precies,’ zei hij.
Dat had ik hem ook kunnen vertellen.
Dit is mijn inzending voor de korte verhalen wedstrijd 2015 van Heel Nederland Schrijft met als thema ´mijn mooiste herinnering´.
Naar aanleiding van mijn deelname aan deze wedstrijd schreef ik ook de blog Schrijfwedstrijd, wel of niet meedoen? en Heel Nederland Schrijft, maar één Nederlander wint.
Leave A Reply