Gingen enkele jaren geleden de sterrenkoks back-to-basic met hun restaurants, tegenwoordig gaan ze nog een stapje verder. Fast-food op niveau is hot, alleen de beste ingrediënten, zonder conserveringsmiddelen en in een instagram-waardig interieur.
Sergio Herman spant hierbij de kroon. Bereikte informatie over de hot dogs van Ron Blaauw of de hamburgers van Robert Kranenborg mij nauwelijks en loop ik puur per toeval langs De Frietwinkel van twee voormalige medewerkers van Restaurant Niven, om het friet-initiatief van Sergio Herman kan ik niet heen.
Marketing
Deze sterrenkok uit Zeeland heeft zijn marketing goed voor elkaar, zodat wij al weken van te voren op de hoogte zijn van de opening van zijn Frites Atelier Amsterdam in de Venestraat te Den Haag. Dat Amsterdam in de naamgeving zorgt nog voor enige discussie en ook ik vraag mij af of het nou echt zo nodig is, ondanks de internationale ambities. Wat is er mis met Holland of Dutch? Ook de verwijzing naar ´we´ op de website roept bij mij verwarring op, ´we hebben sterrenchef Sergio Herman gevraagd onze frites te maken´. Het was toch het Atelier van Sergio Herman zelf? Wie zijn dan die ´we´?
Tot zover de communicatie, het gaat uiteindelijk om het product zelf. Mijn verwachtingen zijn hoog gespannen, een sterkok kan zijn signatuur wel meegeven, maar wordt dit ter plaatse ook waargemaakt?
Bistro
De eerste keer loop ik zowat het Atelier voorbij, dat weinig opvallend tussen de mainstream winkelketens ligt verscholen. Een klein uithangbord en een donkerblauwe gevel, waarin met gouden hoofdetters de naam van het etablissement is gegraveerd. Twee houten bankjes aan weerszijde van de deur bieden beperkte zitgelegenheid. Piet Boon tekende voor deze gewenste uitstraling van een naar eigen zeggen ouderwetse Frans-Amsterdamse brasserie. Persoonlijk vind ik het Amsterdamse wederom onnodig, wie in België of Engeland is geweest, zal ook deze bistro-look herkennen. Om nog maar te zwijgen over Diagon Alley (wegisweg) uit Harry Potter.
Signatuur
Wat niet wil zeggen dat ik er niet blij van word. In tegenstelling, de buitenkant van het Atelier nodigt uit tot nadere inspectie en wie daar aan toegeeft, wordt niet teleurgesteld. De zwart-wit mozaïek vloer werd speciaal in Italië vervaardigd en let vooral op de houten vloer er omheen, de planken zijn afkomstig uit een kerk (zou het The Jane zijn?). Ik word ontvangen door een meer dan vriendelijke dame, die uitgebreid de tijd neemt om mij de kaart en achtergrond van het Frites Atelier toe te lichten. Na enig twijfelen, kies ik voor Sergio’s Premium met tomaat, parmezaan, limoen en basilicum. Ik ben tenslotte opzoek naar zijn signatuur en Vlaamse stoverij om elf uur in de ochtend voelt toch niet zo aantrekkelijk.
Puur
Terwijl de frites liggen te pruttelen in natuurlijk vet, legt mijn gastvrouw uit dat de aardappelen drie keer per week uit Zeeland worden aangeleverd. Deze keer is het de Agria aardappel, maar dat kan de volgende keer weer anders zijn. Net zoals de kleur van de frites (een jonge oogst geeft blekere aardappelen), die in tegenstelling tot fabrieksfrieten, ongemoeid wordt gelaten. Het gaat om puur eten, vandaar dat ook de schil van de aardappel nog terug is te vinden op de frites. Ik ben benieuwd, in mijn ervaring wil dit nog wel eens leiden tot een te grote smaak-associatie met gepofte aardappelen.
Mijn frites worden geserveerd in een kartonnen bakje met vetvrij papier en een door Kamagurka verfraaide papieren servet erbij. Met de parmezaan en basilicum de meest stijlvolle presentatie van een patatje die ik ooit heb ervaren. Maar zoals ze zeggen ’the proof of the pudding is in the eating’ en dus verplaats ik mij naar buiten om aan één van de twee sta-tafels dit te gaan doen.
Frites-maaltijd
Nog nooit heb ik een portie frites zo aandachtig bekeken en opgegeten. De frites zijn over het algemeen lekker lang en goed doorgebakken, zonder aangebrand te ogen. Omdat ik een hekel heb aan bleke en slappe exemplaren, is dit een goed teken. De vraag is of ze ook zo smaken.
Dat doen ze. Krokant van buiten, met een aardappelsmaak van binnen zonder dat deze overheerst. Het woord ’taai’ komt in mij op, maar dan op een positieve manier. Ook de smaak van de schil is bijzaak, hier proef je echt friet. Niet vet, wel zout. De combinatie met limoen en basilicum is verrassend smakelijk, alleen de parmezaan had wat minder gekund. Sneller dan gewenst is mijn bakje leeg en lik ik, geheel tegen mijn gewoonte, de overgebleven saus met mijn vingers op. Ik heb het gevoel een frites-maaltijd te hebben gegeten in plaats van een bakje patat en dat verzadigde gevoel houdt de uren daarna stand.
Is Frites Atelier Amsterdam de moeite van een bezoek waard? Absoluut! Niet alleen om te zeggen dat je bij Sergio hebt gegeten, maar vooral omdat het Atelier friet laat smaken naar friet. Gek eigenlijk, dat het daarvoor op een altaar moet worden gezet.
Leave A Reply