Je hebt nog maar tot en met 7 februari a.s. om naar de tentoonstelling Ode aan de Nederlandse mode in het Gemeentemuseum Den Haag te gaan. Dat zijn nog maar vijf dagen als je deze post op de dag van schrijven leest. Vijf dagen, waarin je vast al het één en ander gepland hebt. Of juist helemaal niets, wat meestal ook niet vanzelfsprekend is.
En toch zou ik je willen aansporen ergens vóór 8 februari de tijd te vinden om deze tentoonstelling te bezoeken.
Want o, o, wat een ode. Niet vanwege lovende en hoogdravende lofzang op tekstborden of in ondersteunende videobeelden. Nee, de ode is het tentoongestelde zelf. De verzameling creaties van modeontwerpers van Nederlandse bodem van de late 19de eeuw tot heden. De vormgeving van de tentoonstelling is hierbij cruciaal en heeft een optimale sfeer weten neer te zetten.
Kenmerken
Zoals gebruikelijk met grote tentoonstellingen in het Gemeentemuseum, is ook de Ode te vinden in de grote zalen op de eerste etage van het museum. Verwacht geen chronologische volgorde van de ontwikkeling van de vaderlandse mode. De creaties worden tentoongesteld aan de hand van een tiental opvallende kenmerken van het Nederlandse modeontwerp. En dat werkt.
Een warme deken van blauw
Neem nou de blauwe kamer, de eerste kamer na de introductiezaal. Direct een warm welkom, want deze kamer omarmt je in een deken van.., ja, blauw.
Blauw blijkt door de jaren heen een geliefde kleur in het Nederlandse modebeeld. De onvermijdelijke inhuldigingsjapon en –mantel van koningin Maxima tref je hier aan. Niet prominent op een voetstuk in het midden van de tentoonstelling dus, maar als onderdeel van de verzameling historische en nieuwe ontwerpen. Dat is prettig, want de tentoonstelling is zoveel meer dan deze geroemde japon (die wat mij betreft het meest tot zijn recht komt aan het lijf van onze koningin zelf).
Couture
Na de blauwe kamer kun je bijkomen bij de ogenschijnlijk ingetogen couture van Hirsch & Cie en Metz & Co, waarbij werk van Neerlands eerste couturier, Joan Praetorius, uiteraard niet ontbreekt.
Futuristisch en tijdloos
Ook specifieke aandacht voor innovatie en experiment, ofschoon dit van alle ontwerpen gezegd kan worden, wanneer je ze vanuit hun tijd bekijkt. Zo zijn zowel de huidige 3D creaties van Iris van Herpen als de metallic kunstleren pakken van Alice Edeling uit de zestiger jaren futuristisch te noemen. Wat dan ook opvalt is de tijdloosheid van het overgrote deel van de collectie.
Kleurbeleving
De klapper van de tentoonstelling zit wat mij betreft in de grootste zaal, die bij binnenkomst onmiddellijk de associatie van een caleidoscoop oproept. Het thema is kleur en dat is dan ook wat de bezoeker krijgt, mede door een optimale wisselwerking van het tentoongestelde met het inrichtingsontwerp.
Extravagant
Eenzelfde uitbundigheid is ook terug te vinden bij de excentrieke uitgaanskleding van ontwerpers als Bas Kosters, waar je je, al dan niet in combinatie met een silent disco, aan kunt vergapen. Humor is een begrip dat opkomt, maar ook de hoeveelheid pailletten doet terug denken aan het prachtige borduurwerk op de avondjurk van Frank Govers in de eerdere blauwe kamer. Extravagant wordt hiermee een breder begrip.
Klare lijnen en meer
Naast al deze uitgelatenheid is er ook ruimte voor rust. Zo komt de combinatie zwart en wit op meerdere plekken van de tentoonstelling terug en zijn er ontwerpen waarbij de nadruk ligt op geometrie en primaire kleuren.
Op de foto
Wie na dit alles betreurt niet zelf een Avelon, Taminiau, Van Benthum, Van Herpen of Iversen te bezitten, kan zijn hart ophalen in de laatste zaal, waar de bezoeker de mogelijkheid heeft zich te fotograferen achter een outfit van één van de genoemde ontwerpers.
Kijk en bewonder
Het moge duidelijk zijn, Ode aan de Nederlandse mode toont topstukken van ontwerpers als Max Heymans, Dick Holthaus, Frans Molenaar, Fong Leng, Frank Govers, Viktor & Rolf, Iris van Herpen en Jan Taminiau. Niet alleen een must-see voor de modeliefhebber, maar zeker ook de moeite waard als je van inrichting en beleving houdt.
Afterthought
Een foto op het introductie bord van de tentoonstelling springt bij mij in het oog. Een jongen fiets over het strand, meisje achterop. Het is koud en de aanwezigheid van een geopende paraplu suggereert zelfs regen. De jongen en het meisje dragen kleurrijke breisels en ik herken het beeld van mijn verzameling oude modeplaatjes uit de jaren tachtig. Een dergelijk beeld komt nergens meer terug in de tentoonstelling, net zo min als ontwerpen van merken als Soap Studio, Mexx of Mac & Maggie. Terwijl het bij mij, tiener in de jaren tachtig, direct om meer roept.
Het Gemeentemuseum Den Haag organiseert jaarlijks een grote mode tentoonstelling. Wellicht dat het tijd is voor een overzicht van mode campagnes aan het grote publiek.
Het Gemeentemuseum Den Haag is geopend van dinsdag t/m zondag van 11:00 – 17:00 uur.
Iedere zondag is er tevens van 12:00 – 16:00 uur Open Kinderatelier, gratis te bezoeken voor jongens en meisjes vanaf 5 jaar (max. 45 minuten per kind). Handig, want dan kan jij als ouder of begeleider nog even rustig een rondje doen of iets nuttigen in het Grand Café van het museum.
Ode aan de Nederlandse Mode is nog te zien tot en met zondag 7 februari 2016.
Conservator Madelief Hohé, art direction Maarten Spruyt en Tsur Reshef.
De catalogus van de tentoonstelling is voor €22,50 te koop in de museumwinkel (niet goedkoop, wel de moeite waard).
De unieke fotoshoot van Sabrina Bongiovanni (fotografie) en Maarten Spruyt (art direction) is een vermelding waard. De geometrische lijnen van de typisch Hollandse landschappen en architectuur versterken de creaties, wat resulteert in een prachtig eindresultaat. Te bewonderen op de tentoonstelling en in de genoemde catalogus.
Leave A Reply