1 april, de dag waarop iedereen elkaar voor de gek mag houden. Een dag waarop ik 24 uur lang alert ben.
Ik geef het direct toe, ik ben heel slecht in 1 april grappen. Ik blokkeer op het moment dat ik er één moet verzinnen en als ik dan uiteindelijk – na lang nadenken – iets heb bedacht, is het dermate onuitvoerbaar of niet-leuk dat ik er direct de brui aangeef. Ik ben namelijk ook niet het type dat weken van te voren al zit te broeden op de grap van het jaar. Wat ik wel ben, is het ultieme slachtoffer.
Waarvoor ik bang was, is nu gebeurd
‘Mama, waar is mijn fiets?’ Mijn oudste zoon komt met een verschrikt gezicht de kamer inlopen. Ik kijk hem verward aan. ‘Toch gewoon buiten, voor het raam?’ ‘Nee, daar staat hij niet.’ Met een angstig voorgevoel volg ik hem door de hal, de voortuin in. Daar ligt de fiets van zijn jongere broertje op de grond. Mijn fiets staat schuin tegen de gevel aan en op de plek waar de vorige avond nog de fiets van de oudste stond, is nu een grote leegte. ‘Godver!’ De fiets is namelijk niet zomaar een fiets, maar mijn oude mountainbike, waar zoonlief jaren op heeft geaasd. Toen eenmaal bleek dat hij er groot genoeg voor was en zijn eigen fiets echt te klein, was de deal snel gemaakt. Ofschoon ik er dus zelf niet meer op rijd, blijf ik emotioneel verbonden met deze vrolijke, gouden tweewieler van mijn jongere ik. Hoe vaak heb ik niet geroepen dat oudste hem aan het hek of in de schuur moest zetten? Precies omdat ik bang was voor wat nu is gebeurd. Tierend loop ik rond, niet wetend op wie ik bozer moet zijn, hem of mijzelf. Ik zei toch, ik ben het ultieme slachtoffer.
Ik ben direct klaar wakker
‘Er ligt een briefje van de buurvrouw voor je op tafel.’ Het is zaterdagochtend en ik ben net uit bed. Opstaan is niet één van mijn sterkste punten en met een slaperig hoofd laat ik mij op een stoel zakken. Mijn ogen glijden over het papier, een handgeschreven berichtje van nog geen halve pagina, waarin de buurvrouw mij laat weten dat mijn auto de afgelopen nacht van de oprit is afgegleden en tegen die van haar tot stilstand is gekomen. Met serieuze schade als gevolg. Direct ben ik klaar wakker. Want wellicht dat dit klinkt als een onwaarschijnlijk voorval, het is precies wat mij nog geen week geleden is overkomen, alleen dan zonder de botsing. Afgeleid als ik ben met jonge kinderen op de achterbank, was ik vergeten de handrem aan te trekken nadat ik mijn auto had geparkeerd. Wat ik wel had gedaan, was de versnelling in zijn vrij. Combineer dit met een wat aflopende oprit en na enkele minuten gleed mijn kleine Mini vrolijk de straat op. Godzijdank liep er niemand op de stoep. ‘Ik weet niet of je hier verzekerd voor bent,’ gooit echtgenoot nog wat olie op het vuur.
Zie hier mijn reden tot de 24 uur staat van alertheid op 1 april. Echtgenoot is namelijk wel van de 1 april. Wat zeg ik, hij leeft voor die dag.
Waarom ben ik toch zo moe?
Het is nog donker als de wekker gaat. Ik voel mij uitgeteld, alsof het midden in de nacht is. Na enkele minuten staat echtgenoot op en verdwijnt de badkamer in. Even later hoor ik de douche aangaan, het teken dat ik nu echt op moet staan, wil ik zonder stress het ochtendprogramma doorlopen. Beneden is het doodstil. In de staat van vermoeidheid waarin ik verkeer, bevalt mij dat prima. Ik pak acht sinaasappels uit de koelkast om uit te persen en leg de ontbijtbordjes klaar. Mijn blik glijdt naar de klok aan de muur, het is tien over zeven. Jeetje, wat ben ik gesloopt. Misschien moet ik toch minderen met de wijntjes door de week. Boven is de douche gestopt en de stilte dringt zich weer bij mij op, hij is anders dan normaal. Het is een nachtelijke stilte, zo een waarbij het buiten nog donker is en er geen vogels, vroege fietsers of automobilisten te horen zijn. Ik kijk om mij heen, de digitale klok van de oven en de magnetron geven beiden 07:13 uur aan. Waarom ben ik toch zo verschrikkelijk moe? Echtgenoot is niet iemand om iets aan het toeval over te laten. Echtgenoot weet ook dat ik pas opsta als ik denk dat hij onder de douche staat. Het enige wat hij niet kan beïnvloeden, is de klok op mijn mobiel. Ik pak de telefoon van tafel en zet hem aan. Het is kwart over vijf ’s ochtends.
Een gewaarschuwd mens
1 april zal ik weer alert zijn, 24 uur lang. Opgewonden kinderen zal ik kritisch ondervragen, handgeschreven briefjes op voorhand niet vertrouwen en bij alles zal ik mij eerst afvragen waar echtgenoot zich bevindt. Het wordt een lange dag.
Deze blog is ook gepubliceerd bij De Mama Company | uitgelichte afbeelding van Shutterstock
Leave A Reply