Degenen die mij al langer volgen, weten dat ik een hekel heb aan schrijfwedstrijden. Dat ik mij soms toch laat verleiden tot deelname, ligt geheel aan het feit dat ik wat mijn schrijven betreft blaak van zelfvertrouwen.
Ja, je leest het goed: ik vind dat ik goed schrijf. En dat niet alleen, ik vind ook dat ik goede verhalen bedenk. Nu schijnt in literair schrijversland het woord ‘goed’ uit den boze te zijn, net zoals de opmerking ‘het leest als een trein’, maar omdat ik niet de ambitie heb een literair schrijver te worden, trekt Zelfvertrouwen zich daar niets van aan.
Vlotte pen
Mijn manuscript valt in de categorie commerciële fictie voor (30+) vrouwen en mijn blogs zijn bedoeld als herkenbare non-fictie voor diezelfde doelgroep. Gemene deler: het moet vlot lezen én inhoud hebben. Dan komt je toch al snel terug op die trein.
Zelfvertrouwen tikt dan ook onverstoorbaar verder.
Nu al een uitgever?
‘Heb je al een uitgever?’ wordt mij dikwijls gevraagd. ‘Nee,’ antwoord ik dan naar waarheid, ‘laat ik eerst maar dat boek afschrijven.’ Vervolgens lees je dan in allerlei schrijfhulpboeken dat het geen kwaad kan alvast je eerste hoofdstukken naar een uitgever of literair agent te sturen. Als die het namelijk niets vinden, bespaar je jezelf een hoop werk en met name teleurstelling. Tenzij je natuurlijk van plan bent je verhaal in eigen beheer uit te geven, maar daar hebben diezelfde schrijfhulpboeken het vaak niet zo mee op, zeker als het om fictie gaat.
Gelukkig is Zelfvertrouwen er van het begin af aan van overtuigd dat mijn manuscript een uitgever vindt. Niet omdat mijn verhaal zo uniek is, wel omdat het typisch zo’n boek is dat je als dertig plus vrouw meeneemt op vakantie. Of thuis op de bank leest. Jij en je boek. Even Helemaal Niets. Zelfvertrouwen begrijpt heel goed dat er dagelijks heel veel van dergelijke manuscripten op de zogenoemde slush pile van de uitgevers en agentschappen belanden en toch twijfelt ze er niet aan, dat mijn manuscript naar boven komt drijven.
Zelfvertrouwen is wat je noemt, de beste vriendin van mijn schrijversambitie.
Een platform voor schrijverstalent
Er is helaas één ding dat Zelfvertrouwen heel snel onder de schrijftafel doet verdwijnen en dat is deelname aan schrijfwedstrijden. Niet in het begin, dan is ze nog groot voorstander. Zo’n wedstrijd is immers een mooi platform om mijn schrijverstalent te etaleren en wat Zelfvertrouwen betreft, kan ik daar niet vroeg genoeg mee beginnen. Zelfvertrouwen blaakt van positieve energie en geeft zich honderd, nee honderdvijftig procent. En ze is tevreden met het resultaat. Ze begrijpt dat bij een wedstrijd met nog 1350 andere deelnemers het best lastig is om tot de laatste tien door te dringen, maar aangezien haar geloof in mijn schrijverskunnen rotsvast is, en ze ook weet wat ik ervoor heb gedaan, blijft dit in haar ogen een onvermijdelijk, maar niet onoverkomelijk gegeven.
Tot het moment van oordeel van de jury en het blijkt dat ik zelfs niet eens door de eerste ronde ben gekomen. Dan verschrompelt Zelfvertrouwen gelijk Voldemort in boek zeven van Harry Potter al snel tot een jankend hoopje niets. In eerste instantie doet ze nog een poging tot relativering. Ze had het leuk gevonden om aan de wedstrijd mee te doen en ze had er ook weer veel van geleerd. Manmoedig leest ze de verhalen van degenen die door de jury wél goed genoeg bevonden zijn. Ze doet echt haar best neutraal te blijven, maar de oude bravoure is weg.
Twijfel
Dit is het moment dat Twijfel zijn kans ziet. Ik schreef al eerder over Twijfel en hij is genadeloos. Het feit dat ik ook maar één moment serieus heb kunnen denken met mijn verhaal die wedstrijd te winnen! Hoe naïef en vooral ook zo zelfoverschattend. Ja, mijn blogs mogen dan goed ontvangen worden en de proeflezers van mijn manuscript zijn blij verrast met mijn schrijfresultaat. Maar als we eerlijk zijn (en dat zijn we tegen elkaar), dan is dat natuurlijk niet te vergelijken met de redactie van een agentschap, uitgeverij of lezersplatform. Daar zitten de echte critici. Daar zitten de mensen die weten wat schrijven werkelijk inhoudt. Want goed is niet goed genoeg, en met beter kom je er ook niet. Het gaat om best, en Twijfel weet zeker dat Zelfvertrouwen aan Hoogmoed leidt.
Ervaring leert dat Twijfel bij gebrek aan aandacht de kamer zal verlaten. Tot die tijd zitten Zelfvertrouwen en ik stilletjes onder de tafel en likken onze wonden.
Leave A Reply