Wij mensen vinden van alles, over onszelf, maar vooral ook over anderen. Een van de meest favoriete onderwerpen in dit laatste geval is kinderen, of meer specifiek: het gedrag van de jonge monsters dat nogal eens te wensen overlaat.
Dat laatste is natuurlijk zeer subjectief en in zichzelf dus al een mening. Vroeger vond ik kinderen per definitie leuk en schattig, zeker als ze klein waren, maar ook wanneer ze groter werden en er meer interactie ontstond. Drie eigen kinderen verder, betrap ik mijzelf op een veel lagere tolerantiegraad ten opzichte van hun gedrag. Hoe kan dat?
Hij is er klaar mee
Het heeft alles te maken met de opstelling van de ouders. Omdat ik mij inmiddels ook tot die categorie mag rekenen, weet ik als geen ander hoe het wel kan en hoe vooral niet en hopla, daar gaat mijn medeleven. Want het mag dan niet altijd voelen als een keuze, je kunt wel degelijk heel veel negatief gedrag voorkomen, door je eigen gedrag aan te passen. En dat heeft weer te maken met het antwoord op de waarom-vraag. Waarom is mijn kind aan het zeuren, rondrennen, kabaal maken etc. Wedden dat het antwoord negen van de tien keer zal zijn ‘hij is er klaar mee.’
Hij besloot sprintjes naar het raam te trekken
Onlangs zat ik te werken in een leuk tentje in het centrum van Den Haag. Ik was er niet de enige, de ruim opgezette bovenverdieping in combinatie met stopcontacten, goede WiFi en smakelijk snacks voor de innerlijke mens, trekt veel mensen met een flexibele werkplek. Achter mij zaten twee moeders bij te kletsen, terwijl hun jonge kinderen zich vermaakten met papier, stiften en wat klein speelgoed. Naarmate de tijd vorderde, steeg ook het volume van de kinderen. Het kleine jongetje bedacht zich dat de grote ruimte de ideale mogelijkheid bood om sprintjes naar het raam te trekken (toch zo’n kleine acht meter) en het meisje volgde al snel enthousiast zijn voorbeeld. Terwijl ik mij probeerde te concentreren op mijn teksten, kletsten de moeders ongestoord verder. Kijk, dat is zo’n moment dat mijn tolerantiegraad wordt bereikt. Want het was overduidelijk dat die kinderen na anderhalf uur in een café te hebben gezeten, uitgelaten moesten worden. En neem het ze eens kwalijk!
Hij wilde mama wel met mij gaan zoeken
Een heel ander voorbeeld is die van het jongetje dat ik gisteren bij mij in de wijk tegenkwam. Hij was een jaar of tweeëneenhalf en zat op een klein fietsje. Hier was niets geks aan behalve dat hij alleen bij de weg stond. En dat vind ik wel gek of op z’n minst verontrustend. Misschien is hij het type kind dat braaf op de stoep blijft wachten tot zijn begeleider verschijnt, maar omdat ik niemand in de directe omgeving zag, besloot ik hem toch maar aan te spreken. Ja, hij was met mama. En nee, mama was er niet. Maar hij wilde best wel met mij mee om mama te gaan zoeken. Samen draaiden we om en gingen we opzoek naar mama. Die stond meters verderop te bellen en had totaal niet in de gaten dat zoonlief was doorgefietst. Met als gevolg dat ze ook niet in de stress was, wat dan weer scheelt voor haar eigen adrenalineniveau. Het is typisch zo’n situatie waar ik wat van vind…
Andere invulling
Natuurlijk word ik ook wel eens gebeld als ik met de kinderen op pad ben. En kun je niet al het gejengel en scenes voorkomen. Ook ik ben wel eens een kind kwijt geraakt op het strand en heb menigmaal met een gillend exemplaar onder mijn arm door de supermarkt gelopen. Wat ik wel geleerd heb, is dat alles wat ik onderneem met kinderen om een andere invulling vraagt dan zonder, zeker wanneer ze nog klein zijn. Is dat erg? Nee, tenslotte kan ik ook terugbellen, op een ander tijdstip de boodschappen doen of op een meer kindvriendelijke locatie afspreken met een vriendin. En voor die keren dat het even echt niet anders kan, heb ik nog altijd die rol snoepjes in mijn tas om het af te kopen. Kinderen zijn tenslotte net puppies.
Deze blog is ook gepubliceerd bij De Mama Company | uitgelichte afbeelding van Shutterstock.com
Leave A Reply